Skip to main content

Psykids

05 mei 2022

“Mijn vader is psychiater, mijn moeder is psycholoog en wij zijn psychopaat” .

Dat zeiden wij vroeger wanneer ons gevraagd werd naar het beroep van onze ouders. Een aardig grapje, maar hoe zit het echt? Hoe worden kinderen van therapeuten opgevoed?  En wat komt er terecht van deze kinderen? Thomas Maeder, zoon van een psychiater en psychiatrisch verpleegkundige, deed onderzoek en schreef een boek met de titel: “ Children of psychiatrists and other psychotherapists”. Een boeiend boek al is het gedateerd en  mist het een stevige wetenschappelijke basis.  Maeder baseert zijn uitspraken op talloze interviews met kinderen van therapeuten. De schrijver betoogt dat het werken als therapeut vervreemdend kan werken. Een therapeut is intiem met cliënten, maar niet persoonlijk betrokken. Het analyseren en interpreteren kan zich ontwikkelen tot een tweede natuur. Dit kan ten koste gaan van de spontaniteit en het uiten van gevoelens. Gedrag van kinderen wordt bijvoorbeeld gerelateerd aan een bepaalde leeftijdsfase en ontdaan van haar persoonlijke betekenis en emoties. Therapeuten ontwikkelen in de ogen van Meader een ‘therapeutisch ego’ . Ze leren om reacties van cliënten niet persoonlijk te nemen. Natuurlijke impulsen, bijvoorbeeld een arm om een cliënt slaan, worden afgeremd. In de huiselijke situatie kan het ertoe leiden dat therapeuten observatoren worden in plaats van participanten. 

Een aantal stellingen van Meader:

  • Therapeuten zijn zich bewust van zichzelf maar praten niet gemakkelijk óver zichzelf.
  • Therapeuten zijn gewend te praten over wezenlijke en diepgaande zaken. Ze voelen zich ongemakkelijk bij ‘small talk’ .
  • Therapeuten intellectualiseren. Denken neemt een belangrijker plaats in dan voelen.
  • Therapeuten zijn geneigd vragen te beantwoorden met vragen. Hiermee houden ze zichzelf buiten schot.
  • Therapeuten zijn toegeeflijke ouders. Ze hechten veel waarde aan eigen verantwoordelijkheid van kinderen en hebben de neiging ze vroegtijdig als volwassenen te behandelen.

Een belangrijke slotconclusie van Meader is dat kinderen van therapeuten niet gek zijn. Dit is een grote geruststelling. Neemt niet weg dat de therapeut een mysterie is met vele gedaanten. Dat vond mijn broer ook. Hij verstopte zich in de praktijkruimte van zijn vader. Zo hoopte hij een glimp op te vangen van de geheime wereld van de therapeut. Hoe dit afliep? Voor jou een vraag, voor mij een weet…...